Femke Dingemans: "Natuuropgaven en de energietransitie kun je hand in hand aanpakken"

19-05-2025
188 keer bekeken

Stel je een energielandschap voor waar zonnevelden samengaan met bloemrijke randen, paddenpoelen, dassenburchten en schapen. Waar energie wordt opgewekt, biodiversiteit toeneemt, waar mensen kunnen wandelen en kinderen spelen. Voor Femke Dingemans, directeur Brabantse Milieufederatie, is dit geen vergezicht, maar een concreet toekomstbeeld: energietuinen waarin natuur, energie en recreatie elkaar versterken.

Als directeur van de Brabantse Milieufederatie (BMF) en vertegenwoordiger van ook Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Brabants Landschap, zet zij zich aan de Energietafel van de RES Noordoost Brabant in om dit soort verbindingen mogelijk te maken. 

Natuurinclusieve opwek 

Femke maakt duidelijk dat er voor de BMF 3 sporen te onderscheiden zijn in de energietranstie: natuurinclusieve opwek, maatschappelijke participatie en energiebesparing. “We willen dat het buitengebied niet onder druk komt te staan, maar juist versterkt wordt. Dat vraagt om zorgvuldige keuzes en een serieuze plek voor natuur in het afwegingsproces,” stelt ze. Natuurinclusieve opwek betekent dat zonnevelden of windmolens de natuur niet schaden, maar juist versterken. “We moeten wennen aan een landschap met zonnevelden en windturbines, maar dan wel op een manier die het landschap ook verrijkt,” zegt Femke. “Dit vraagt om slimme inrichting. Ook windturbines kunnen natuurinclusief worden geplaatst, bijvoorbeeld met oog voor vogeltrek en leefgebied.” 

 

 

 

Maatschappelijke participatie en energiebesparing 

Minstens zo belangrijk vindt de BMF participatie. Niet alleen voor draagvlak, maar ook uit principe. “Inwoners moeten niet alleen de lasten, maar ook de lusten van projecten ervaren. Bijvoorbeeld via lokaal eigendom of andere vormen van meeprofiteren.” Het derde spoor, energiebesparing, is volgens Femke de basis van alles. “Het is cruciaal dat we als regio structureel minder energie gaan gebruiken. Wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. Als we onze energiebehoefte niet beteugelen, schuiven we het probleem door naar andere regio’s of generaties.” 

Samenwerken 

Sinds de doorstart van de RES Noordoost Brabant is de samenwerking met maatschappelijke partijen zoals de BMF, ZLTO en de energiecoöperaties steviger georganiseerd. Met een duidelijke overlegstructuur en gezamenlijke sturing op inhoud. Voor BMF betekent dat meer zicht op wat er gebeurt én meer invloed. “We kunnen nu eerder aanhaken en eerder bijsturen. Dat is hard nodig, want het maatschappelijk proces moet goed opgetuigd zijn. En dat begint met het tijdig meewegen van belangen, óók die van de natuur.” 
"Ik waardeer het dat dilemma’s nu open op tafel komen. Voorheen werkte iedereen vooral vanuit de eigen opdracht. Nu helpen we elkaar. De maatschappelijke partners hebben daarin een belangrijke rol: we zitten minder vast in gemeentelijke kaders en kunnen daardoor vrijer opereren. Het is een gezamenlijke verdienste dat de samenwerking opener en effectiever is geworden.” 

Grenzen oversteken voor versnelling 

Toch blijft er werk aan de winkel. De energiebehoefte in de regio is groot, net als de ruimtelijke druk en netcongestie. Femke pleit daarom voor meer regionale én bovenregionale samenwerking. “In Brabant zijn vier RES-regio’s. We hoeven het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden. Als we kennis bundelen, kunnen we sneller en beter werken. Denk groter, kijk over grenzen heen en organiseer waar mogelijk gezamenlijk.” 

De energietransitie biedt volgens haar de kans om landschappen niet alleen te gebruiken, maar ook te verbeteren. “Als we het goed doen, komt de natuur er sterker uit. Maar dan moeten we bewust kiezen en blijven samenwerken, met oog voor elkaar én voor de omgeving waarin we leven.” 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen